Automatic translation into Dutch of A Grammar of Modern Indo-European at Indo-European Language Association

1.Indo-Europese talen | 2.Indo-Europees oord | 3.Indo-Europees substantieve | 4.Indo-Europees verb | 5.Indo-Europese syntax | 6.Indo-Europese etymologie

2. Brieven en Klept

2.1 The Alphabets van Modern Indo-european

2.1.1. Anders dan andere talen herbouwden in het verleden, Indo-europees heeft geen oud geschrift systeem naar zijn leefde met op. Indo-europees dialecten hebb adopteerden verschillende alfabetten tijdens de laatst millennia, en alle hen moeten zijn bruikbaar vandaag – alhoewel het belangrijkste alfabet voor Europese Unie vandaag is helder het Latijn.

2.1.2. Dit is een samenvatting tafel van Proto-indo-european phonemes en hun regelmatige overeenkomstige brieven in MIE alfabetten: Griek, Latijn, Cyrillisch, Perso-arabic en (alphasyllabary) Devanāgarī.

Een. Klinkers en Vocalic Allophones

 

Phoneme

Grieks

Latijns

Pers

Armenian

Cyrillisch

Devan.

[een]

Α α

Een een

 

Ա ա

А а

[e]

Ε ε

E e

 

Ե ե

E e

[o]

Ο ο

O o

 

Ո ո

О о

[]

Ā ā

Ա ա

Ā ā

[]

Η η

Ē ē

 

Է է

Ē ē

[]

Ω ω

Ō ō

 

Ո ո

Ō ō

 

 

 

 

 

 

 

[ik]

Ι ι

Ik I

 

Ի ի

И и

[]

Ī ī

ی

Ի ի

Ӣ ӣ

[u]

Υ υ

U u

 

Ւ ւ

У у

[]

Ū ū

و

Ւ ւ

Ӯ ӯ

 

 

 

 

 

 

 

[r̥]

Ρ ρ

R r

Ռ ռ

Р р

()

[l̥]

Λ λ

L l

ل

Լ լ

Л л

()

[m̥]

Μ μ

M m

م

Մ մ

М м

[n̥]

Ν ν

N n

ن

Ն ն

Н н

 


 

B. Medeklinkers en Consonantal Sounds

 

Phoneme

Grieks

Latijns

Pers

Armenian

Kyrillik

Devan.

[p]

Π π

P p

پ

Պ պ

П п

[b]

Μπ μπ

B b

Բ բ

Б б

[bh]

Β β

Bh bh

ﺏﻌ

Բհ բհ

Бь бь

[t]

Τ τ

T t

/

Տ տ

Т т

[d]

Ντ ντ

D d

Դ դ

Д д

[dh]

Δ δ

Dh dh

ذ

Դհ դհ

Дь дь

[k]

Κ κ

K k

ک

Կ կ

К к

[g]

Γγ γγ

G g

گ

Գ գ

Г г

[gh]

Γ γ

Gh gh

گﻌ

Գհ գհ

Гь гь

[kw]

Κ κ (Ϙ ϙ)

Q q

ق

Ք ք

К к

[gw]

Γκ γκ Omicron

C c

Ղ ղ

Г' г'

[gwh]

Γχ γχ

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ch ch

ﻍﻌ

Ղհ ղհ

Гь гь

 

 

 

 

 

 

 

[I̯]

Ι ι

J j, ik I

ی/ژ

Յ յ, Ի ի

Й й (Ј ј), И и

[U̯]

Υ υ (Ϝ ϝ)

W w, U u

و

Ւ ւ

У у

[r]

Ρ ρ

R r

Ռ ռ

Р р

[l]

Λ λ

L l

ل

Լ լ

Л л

[m]

Μ μ

M m

م

Մ մ

М м

[n]

Ν ν

N n

ن

Ն ն

Н н

[s]

Σ σ ς

S s

Ս ս

С с

2.1.2. De Latin Alphabet gebruikt voor Modern Indo-european is gelijkaardig naar de Engels, welk is andersomgen leende van de Overleden Latijn abecedarium. Wij ook wel beschouwen enkel tweeletterklanken onderdeel van het alfabet, als zij vertegenwoordigen origineel Proto-indo-european klanken, in het contrast naar die tweeletterklanken gebruikt voornamelijk voor transcriptions van de lening woorden.

OPMERKING 1. Het Latijn alfabet was leende in zeer vroeg tijdperken van een Griek alfabet en op eerst bevatten geen brief G. De brieven Y en Z waren geintroduceerd nog later, omstreeks 50 BC

OPMERKING 2. De namen van de medeklinkers in Indo-europees zijn als volgtt - B, zijn (uitgesprokene baai); Bh, bhe (bhay); C, ce (gway); Ch, che (gwhay); D, de (dag); Dh, dhe (dhay); F, ef; G, ge (vrolijk); Gh, ghe (ghay); H, ha; K, ka; L, el; M, em; N, en; P, pe; Q, qu; R, er; S, es; T, te; V, ve; W, wa; X, xa (cha); Z, zet.

2.1.3. Het Latijn karakter C oorspronkelijk bedoeld [g], een waarde altijd weerhield in de afkortingen C. (Voor Gaius) en Cn.(Voor Gnaeus). Die was zeker wegens Etruskische invloed, welk kopieerde het van Griek Γ, Gamma, evenals latere Cyrillische Г, Ge.

OPMERKING 1. In vroeg Latin C kwam ook wel te zijn gebruikt voor [k], en K verdwenen behalve voor binnen weinig woorden, als Kal. (Kalendae), Karthago. Zodoende er was geen onderscheiding schriftelijk tussen de klanken [g] en [k]. Dit mankement was later genas door de vorming (van C, het origineel [g]-brief) een nieuw karakter G. Y en Z waren geintroduceerd van de Griek omstreeks 50 B.C., En komen voornamelijk in de lening woorden in Modern Indo-european voor.

OPMERKING 2. In Modern Indo-european, C is gebruikt (afname hetten oudste waarde) om het Indo-europees labiovelar [gw] in DE PASTEI woorden te vertegenwoordigen, poosje behouden zijn verschillende Europese waardes – [k], [ts], [ce], [tch], enz. –Wanneer geschrift eigennamen in de verschillende moderne IE talen.

2.1.4. Het Latijn [U̯] klinken ontwikkeld in Romaans [v]; Daarom V niet langer geschikt vertegenwoordigd [U̯] en het Latijn alfabet moest ontwikkelen een alternatief brief. Modern Indo-europees benutt V voornamelijk voor de lening woorden, vertegenwoordigend [v], poosje W is liet voor de consonsantisch klinken [U̯].

OPMERKING. V oorspronkelijk betekende de klinker klinken [u] (oo), en F stond voor de klinken van de medeklinker [U̯] (van Gk. ϝ, digamma). Wanneer F aangeschaffene de waarde van onze [f], V bedroeg zijn gebruikt voor de medeklinker [U̯] alsmede voor de klinker [u].

2.1.5. De medeklinker bundel [ks] was in Ancient Greece schreef als Chi 'X' (Western Greek) of Xi Ξ (Eastern Greek) uit. Ten slotte, Chi was gestandaardiseerd als [kh] ([x] in de nieuwgrieks), poosje Xi vertegenwoordigd [ks]. In MIE, de X keeten voor [x], als in de Griek en Cyrillische alfabetten, en niet als in Engels.

Cuadro de texto: Figure 53. Writing systems of the world today.AlphabetsOPMERKING. De Etruscans nam X van Old Western Greek over, daarom het stond voor [ks] in Etruskisch en dan in Latijn, en ook wel in meeste talen welk vandaag benutten een alfabet ontleend aan de Romein, incluis Engels.

2.2. Rangschikking van Klept

2.2.1. De Klinkers zijn een, e, ik, o, u, andā, ē, ī, ō, ū. De andere brieven zijn Medeklinkers. De juiste Indo-european Diphthongs zijn ei, oi, ai, ēi, ōi, āi, en eu, ou, au, ēu, ōu, āu. In deze diphthongs beide klinker klanken zijn vernomen, ene volgende de andere in gelijke syllabe.

2.2.2. Medeklinkers zijn óf voiced (sonant) óf stemloos (surd). Voiced medeklinkers zijn uitgesproken met de vocaal bindt trilling vast, als tegen stemloze medeklinkers, waar de vocale koorden zijn ontspannen.

Een. De voiced medeklinkers zijn b, bh, d, dh, g, gh, c, ch, l, r, m, n, z, en j, w.

B. De stemloze medeklinkers zijn p, t, k, q, f, h, s, x.

C. De tweeletterklanken bh, dh, gh en ch verzinnelijken de prope Indo-europees voiced aanblaast, terwijl waterstofexponent, th, en kh zijn stemloos blaast, meestal bekrompen naar de vreemd woorden, meestal van Grieks aan. Zij zijn gelijkwaardig naar p+h, t+h, k+h, i.e. Naar de overeenkomstige geluiddempers met een volgende adem, als in Engelse lus-gat, verhit-huis, blokkeren-huis.

D. De medeklinkers r, l, m, n, en de semivowels jand w, kunnen functie zowel als medeklinkers als klinkers, i.e. Zij kunnen syllabische landsgrens of centrum dienen als. Er is een duidelijk verschil tussen de vocalic allophones van de semivowels en de sonants, anders: De eerst, ik en u, zijn zeer paardenstal als syllabisch centrum, poosje , , , zijn, niet als zij kunan niet zijn uitgesproken meer geopend. Vandaar de grote verschillen in hun ontwikkeling, afhankelijk van de enkeling dialecten.

2.2.3. De Geluiddempers zijn ook wel geklassificeerd als volgtt:

Labials

P, b, bh

Dentals

T, d, dh

Velars

K, g, gh; Q, c, ch

2.2.4. De Vochten zijn l, r. Deze klanken zijn voiced. De groepering rh verzinnelijkt de blies [r], voornamelijk zegge van Griek oorsprong aan. Andere groeperingen sluiten rr in, de alveolaar trillers maken, en hetten aangeblazene tegenhanger rrh. Er is ook wel lj, de palatal zijdelings approximant.

2.2.5. De Neusklanken zijn m, n. Deze zijn voiced. Het tweetal njrepresents de palatal neusklank (gelijkaardig naar de [n] klinken in Engels onionor canyon).

2.2.6. De Fricatives zijn s, h. Deze zijn stemloos, maar voor de sbefore voiced medeklinkers, waar het is meestal voiced. Het is ook wel mogelijk naar schrijven – voornamelijk voor de lening woorden – stemloze en voiced tweetallen: Labiodentals, fand v; Dentals, th en dh; Post-alveolaar sh en zh. En ook wel de alveolaar voiced z, en de achterste stemloze x.

2.2.7. De Semivowels zijn gevonden schreef als ik, j en u, w uit. Deze zijn voiced.

OPMERKING. De semivowels zijn meestal schreef met ik andu uit wanneer benutten het Latijn alfabet. Slechts hebb Proto-indo-european wortels en hun afgeleiden j andw; Als in Wĺqos, buffelen, wérdhom, werkwoord, jugóm, juk, ortréjes, drie. Wanneer er is een consonsantisch klinken voor een sonant, het is altijd schreef j of w uit; Als in néwn [Ne-u̯n̥], negen. Voor meer op dit, treffen § 2.9.4 aan. 

2.2.8. Er zijn ook wel enkel andere frequent preparaten, zoals ks, ts, dz, tsh, dzh, ...

Phonet. Systeem

Labials

Coronals

*Palatovelars

Velars

Labiovelars

*Laryngeals

Stemloos

P

T

*Kj

K

Kw

 

Voiced

B

D

*Gj

G

Gw

 

Aangeblazen

Bh

Dh

*Gjh

Gh

Gwh

 

Neusklanken

M

N

 

 

 

 

Fricatives

 

S, (z)

 

 

 

*H1, *h2, *h3

Vochten

 

R, l

 

 

 

 

Approximant

 

 

 

 

OPMERKING 1. [z] was reeds vernomen in Late Proto-indo-european, als een verschillende uitspraak van [s] voor voiced medeklinkers, en vanwege die het is een alternatief geschrift in MIE, als in DE PASTEI nízdos (voor -sd-been), nest, welk komt van DE PASTEI wortels ni, omlaag, en nul-muzieknoot van sed, zitten.

OPMERKING 2. De aanzijn van een kenmerkend toerbeurt van DE PASTEI 'satemizable' velars, de zogenaamde palatovelars, was de onderwerp van veel debat overheen de laatste eeuw van IE bestuderingen. Vandaag de vraag is, niettemin, meestal achtte opgelost, met een meerderheid van de wetenschappers ondersteunende slechts twee types van velars – ine het algemeen Velars en Labiovelars, alhoewel andere oplossingen waren voorgesteld. De ondersteunen van neogrammarians naar de 'palatals', alsmede hetten aanneming in Grundriss Van de Brugmann en Lexikon Van de Pokorny, heeft de onderscheiding naar vele (voornamelijk etymological) werken geprolongeerd, welk behandelen niet de phonological wederopbouw probleem gelijk. Voor meer op dit, zien Aanhangsel II.2.

OPMERKING 3. De symbolen h1, h2, h3, met deken symbool H (traditioneel ə1, ə2, ə3 en ə) keet voor drie hypothetisch "laryngeal" phonemes. Er is niet consensus met betrekking tot wat deze phonemes waren, maar het is gemeengoed die h2 was zeker uvular of pharyngeal, en die h3 was labialized. Gewoonlijk citeerde mogelijkheden zijn ʔ, ʕ, ʕw en x, χ~ħ, xw; Er is enkel bewijsmateriaal die h1 mag was twee medeklinkers, ʔ en h, die vielen aaneen. Zie Aanhangsel II.3.

2.3. Klanken van de Brieven

2.3.1 De volgende uitspraak blauwdruk is grote mate die gebruikt door diegenen die sprak de Proto-indo-european taal hierine Europa ten slotte van de zogenaamde III Etappe, op het moment wanneer de fonetische trends meestal riepen satemization waren zeker verbreiding.

OPMERKING. MIE kun niet vrijbrief dialectale fonetische verschillen – zoals de palatalization van velars in de Satem groepering –, omdat systematization in de uitspraak is vooral benodigd wanneer richt op een begrijpelijke taal.

2.3.2. Klinkers:

[] als in bevaderen

[een] als in de voorstelling

[] als in de zij

[e] als in trof

[] als in treffen

[ik] als in bik

[] als in de opmerking

[o] als in de po

[] als in grof

[u] als in steken

OPMERKING 1. Volgende de laryngeals' theorie, Proto-indo-european wist slechts twee klinkers, e en o, poosje de andere gewoonlijk herbouwde klinkers waren eerdere combinaties met laryngeals. Zodoende, korte klinkers een < *h2e, e < (h1) e, o < *h3eand (h1) o, lange klinkers ā < *eh2, ē < *eh1, ō < *eh3 en *oh. De opbrengst van *h2owas óf een óf o, na de verschillend schoolt. Kleine en lange klinkers en zijn juist varianten van de semivowels *j en *w.

OPMERKING 2. De sonants mag was verlengde ook (meestal vanwege compensatoire verlengingen), vooral in de vervoeging van de werkwoorden, gevend zodoende [R̥], [L̥], [M̥], [N̥], schreef als r̥̄, l̥̄, m̥̄, n̥̄ uit. De semivowels kan ook wel een aanhoudende uitspraak, gevend allophones ij anduw hebben. Voor meer details op dit treffen § 2.7.2 aan.

OPMERKING 3. Er is raadden aan zegel lange klinkers mee een macron aan, ¯, en beklemtoonde klinkers met een tild,', en reduplicated stengels zonder een origineel klinker zijn vertegenwoordigd met een apostrof,' (als in Grieks q'qlos, treffen qel) aan.

2.3.3. Val Diphthongs en equivalents in Engels:

I als in marmeren

U e (trof)+u (steken)

I als in de olie

U als ow in weten

I als in Caïro U als ou in de erbuit O

PMERKING. Strikt het spreken, J, J, J, alsmede W, W, W (de zogenaamd opkomen diphthongs) zijn niet eigenlijk diphthongs, omdat j - en w - zijn inderdaad consonsantische klanken. Toch, wij beschouwen hen diphthongs voor de samenstelling analyse; Als in Eu--pa-io-, waar de bijvoeglijke uitgang-io/I̯o/is beschouwde een diphthong.

2.3.4. Triphthongs:

Er zijn geen real triphthongs, dientengevolge van wat was zei in de voorafgaande opmerking. De formaties meestal riepen triphthongs zijn Ji, Ji, Ji; Ju, Ju, Ju; Of Wi, Wi, Wi; Wu, Wu en Wu; En geen kan zijn genaamd strikt triphthong, als er is een consonsantisch klinken [I̯] of [U̯] volgde door een diphthong. Het overblijfsel van mogelijke formaties zijn grimeerde van een diphthong en een klinker.

OPMERKING. Triphthong kan zijn gehanteerd voor de samenstelling analyse, ook. Maar een semivowel omringde door de klinkers is niet. Zodoende, in Eurōpáiom, [Eu-r-'pa-i̯om], Europees (onzijdig substantief), er zijn niet elk triphthongs.

2.3.4. Medeklinkers:

1. B, d, h, k, l, m, n, p, zijn uitgesproken als in Engels.

Cuadro de texto: There are several ways to generate breathy-voiced sounds, among them: 
1.  To hold the vocal cords apart, so that they are lax as they are for [h], but to increase the volume of airflow so that they vibrate loosely. 
2. To bring the vocal cords closer together along their entire length than in voiceless [h], but not as close as in modally voiced sounds such as vowels. This results in an airflow intermediate between [h] and vowels, and is the case with English intervocalic [h]. 
3. To constrict the glottis, but separate the arytenoid cartilages that control one end. This results in the vocal cords being drawn together for voicing in the back, but separated to allow the passage of large volumes of air in the front. This is the situation with Hindustani.
2. N kan ook wel zijn uitgesproken als guttural [ŋ] wanneer het is volgde door ander guttural, als Engels zingen of zandplaat.

3. Tis altijd een vlakte t, nooit met de klinken van sh, als in Engelse orationor creatie.

4. Galways als in verkrijgen. Het had twee dialectale uitspraken, ongedeeld velar en palatovelar. Vergelijk de voorletter medeklinkers in de knoflook en uitdossing, smoezen de twee woorden, en het zal zijn verricht die voor e en ithe g is klonk verder voorwaarts in de mond (meer 'palatal') dan voor een of o.

5. Cis uitgesprokene lijkend op naar [g] maar met de afgerond lippen. Vergelijk de voorletter medeklinker in goed met die van het voorafgaande voorbeeld naar voelen het verschillende gewricht. De stemloos q heeft een lijkend op uitspraak naar die van c, maar schreef aan [k] toe; Als c in koel.

6. Jas de klinken van y in ja, w als w in de wil.

7.  Proto-indo-europeanr was misschien nauwelijks trillers maakten met de topen van de tong (af als in het algemeen in Romaans of Slavische talen), maar andere gebruikelijke uitspraken van modern Indo-europees talen moeten zijn verklaard in de verlevendigden taal, als Franstalig of High German r.

8. Sis stemloos als in de zonde, maar er zijn toestanden bij wie het is voiced, afhankelijk van de omringend phonemes. Zoals de aforementioned [r], moderne sprekers zullen wel [s] anders uitspreken, maar dit moet niet meestal misverstanden leiden tot, als er zijn geen juiste IE wortels met oorspronkelijk z orsh, alhoewel gene schijnt in enkel fonetische omgevingen, v.s.

9. Bh, dh, gh, ch zijn onzeker in klinken, maar de aanbevolene uitspraak is die van de Hindustānī "voiced blies halte's bh aan, dh, gh, als zij zijn voorbeelden van bestaan voiced aanblaast in een Indo-europees taal (zien opmerking). Hindustānī is inderdaad ontleende aan Sanskriet, een van de vroegst getuigde dialecten van Laat PASTEI.

10. Xrepresents [x], hetzij met sterk, 'ach-laut', zoals kh in Russian Khrushenko, of ch in Greek Christós, of zacht, met 'de ich'-laut', zoals ch in German Kirche of Lichtenstein; Maar nooit zoals ks, gz, of z, als in Engels.

11. Z, v, f, sh, zijn uitgesproken als in Engels.

12. Zhis uitgesproken als in Engelse recreatie.

13. Tshcorresponds naar Engels ch in ketenen, en tzh naar j injump vast

14. De blaast waterstofexponent aan, kh, th zijn uitgesproken zeer zowat zoals de Engels beklemtoond p, c, t.

15. Er is ook wel andere waarde voor th, welk correspondeert naar Engels th in het ding, en voor dh, welk klanken als th in dit.

16. Rh, rr en rrh hebb geen gelijkaardige klanken in Engels, alhoewel er zijn voorbeelden van gemeenschappelijke lening woorden, zoals Spaanse guerrilla, of Griek rhotacismor Tyrrhenos.

17. De uitspraak van nj is gelijkaardig naar Engelse ui of canyon; En die van lj naar Engelse miljoen.

18. Verdubbelden brieven, zoals ll, mm, tt, enz., Moeten zijn zo uitgesproken die beide leden van de combinatie zijn duidelijk geleed.

2.4. Syllaben

2.4.1. In vele moderne talen, er zijn zoveel syllaben binnen het woord als er zijn losse klinkers en diphthongs. Dit is niet precies zo in Modern Indo-european. Het volgt, metterdaad, deze regel ook:

Eu--pa-iós, wér-dhom[4], né-wās6, ju-góm[5].

OPMERKING. De semivowels [U̯] en [I̯] zijn over het algemeen schreef ik andu uit, als wij reeds zeiden, wanneer zij zijn gebruikt in de formatie van nieuwe woorden, i.e., Wanneer zij zijn niet ontleenden aan PASTEI wortels. Daarvandaan het bijvoeglijke naamwoord Europees is schreef Eurōpaiós, niet Eurōpajós, en zo hetten afgeleide nominalized levenloze vorm, n uit. Eurōpáiom, the European (taal), of Itália, Italie en niet Italja. In Proto-indo-european stengels en zegge ontleenden aan hen zij zijn schreven met jand w uit; Als, tréjes155, drietal, néwos6, nieuw, dńghuwes [Dn̥-ghu-u̯es], talen, enz.

2.4.2. Indo-europees hebb ook wel medeklinker-slechts syllaben. Het is mogelijk naar vernemen een lijkend op klinken in sprak Engels of Duits, als in Brighton ['brai-tn̥] of Haben ['ha-bn̥], waar de finale n kon zijn beschouwde vocalic. In dit type syllaben, het is de vocalic sonant (i.e. [r̥], [l̥], [m̥] of [n̥]) de een welk functies als syllabisch centrum, voor een klinker juist:

Bhrgh128 [bhr̥gh], stelen ter aarde; Wĺqos23 [U̯l̥-kwos], buffelen; Dékm155 ['de-km̥], tien; Nmn19 ['niet ()-mn̥], noemen.

OPMERKING 1. Woorden ontleenden aan deze vocalic medeklinkers verschillen groot in modern Indo-europees talen. Bijvoorbeeld, dńghwā [Dn̥-ghu̯a:] (zien Dńghū-) ontwikkelde in Proto-germanic als Tungō (n), en latere Engelse tong of German Zunge, poosje in archaisch Latijn het was uitgesproken dingwa, en dan de voorletter d becamel in Classic Latin lingua, welk is andersomgen de oorsprong van Modern English woorden "linguistic'and "taal".

OPMERKING 2. Wij conserveren het oud, moeilijke en hoe dan ook veranderlijke vocalic klanken op zoek naar eenheid. Als zodanig een fonetisch systeem is niet gemakkelijk voor de sprekers van modern Indo-europees talen, de voorstelden alternatief uitspraak is naar voegen, indien nodig, een hulp schwa [ə] voor of na de sonant toe. De schwa wij zijn doorverwijzen is een onbeklemtoonde en toonloze neutrale klinker klinken. Er zijn meestal twee verschillende mogelijke uitspraken, afhankelijk van de positie van de schwa; Als in Wĺqos, welk kan zijn uitgesproken [U̯ əl-kwos], de weg het zeker ontwikkelde in Proto-germanic *wulfaz, en [U̯lə-kwos], gelijkaardig naar Proto-greek (w) lukos. Andere mogelijke voorbeelden zijn dékm ['de-kəm] (vgl.. Lat. Decem, Gmc. Tekham), en Nmn ['niet ()-mən] (vgl.. Lat. Nōmen, Gmc. Namon).

2.4.3. In de afdeling van de woorden in de syllaben, deze regels gelden:

1. Een single medeklinker is verbonden naar de volgende klinker of diphthong; Als -wos [6], -dhjos[7], enz.

2. Combinaties van twee of meer medeklinkers (bij uitzondering de vocalic een of anders) zijn regelmatig schiftten, en de eerst medeklinker van de combinatie is verbonden naar de voorafgaande klinker; Als ók-, acht, pén-qe, vijf, enz. Maar á-gros[8], veld, s--los[9], squalus.

3. In de preparaten, de onderdelen zijn meestal schiftten; Als Gmc. Lening-vertaling aqā-léndhom (áqiā[10] +léndhom[11]), eiland ("water thing+land"), als Gmc. Aujō landom (vgl.. O.E. Igland, ealand), of Keltisch ambh-ágtos (ámbhi[12] +ag[13]), ambassadeur ("about+lead"), als Lat. Ambactus, "bediende".

2.5. Boel

2.5.1. Syllaben zijn deftig volgens de tijdsduur voorgeschreven voor hun uitspraak. Twee graden van De boel zijn herkenden, lang en klein.

OPMERKING. In de syllaben, boel is mat van het begin van de klinker of diphthong naar de beëindigen van de syllabe.

2.5.3.  Een syllabe is lang meestal,

Een. Als het bevatt een lange klinker; Als, -tḗr[14], bemoederen, -ghūs3, taal

B. Als het bevatt een diphthong; Als, Eu-rṓ-, Europa, léuk-tom[15], ontsteken

C. Als het bevatt elk twee niet-syllabische medeklinkers (behalve een geluiddemper met l of r)

2.5.4. Een syllabe is klein meestal,

Een. Als het bevatt een kleine klinker volgde door een klinker of door een single medeklinker; Als, Cwós[16] [gwi () - U̯os], levend, of Léusō[17], verslapen.

B. Als het bevatt een vocalic sonant; Als, ŕtkos[18] ['r̥t-kos], staan, Nōmn door[19] [N-mn̥], dékm ['de-km̥].

2.5.5. Soms een wisselt syllabe in de boel, viz af. Wanneer hetten klinker is klein en is volgde door een geluiddemper met l of r, i.e. Bypl, kl, tl; Pr, kr, tr, enz.; Als, ágrī8. Such syllables are called common. In prose they are regularly short, but in verse they might be treated as long at the option of the poet.

NOTE. Such distinctions of long and short are not arbitrary and artificial, but are purely natural. Thus, a syllable containing a short vowel followed by two consonants, as ng, islong, because such a syllable requires more time for its pronunciation; while a syllable containing a short vowel followed by one consonant is short, because it takes less time to pronounce it.

2.6. 2.6.1.

, 2.6.2. 2.6.4. 2.6.5. , 2.7. 2.7.1.   2.7.2.   2.7.3. 2.7.4. -) 2.7.5. , 2.7.6. 2.8. 2.8.1. ( (  (- (- (- (- (-

(- (- (- (- (

- (- (- (-

(- (-   (- (- (- (-

 2.8.2. 2.8.3. 2.8.4. ), , , 2.8.5. 2.8.6. ( ), 2.9. 2.9.1. 2.9.2. 2.9.3. - ), 2.9.4. : 1.   2. - 3. 4. 5. 6. , , - 2.9.5. 2.9.6. 2.9.7. :   2.9.8. 2.10. )

-

- , , (

   3. 3.1. 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3.   3.1.4. 3.1.5. 3.1.6. 3.1.7. , 3.1.8. 3.1.9. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. : ()   3.2.3. ), 3.2.4. :(3.2.5. 3.2.6. 3.3. 3.3.1

. ), 3.3.2.

- 3.3.3. 1. 2. 3. 4. 3.3.4. --- 3.3.5. 3.4. 3.4.1. 3.4.2. ), ), ), ), ), ), 3.4.3. 3.4.4. 3.4.5. : : ), ), ), ), ) ), 3.4.6. 3.4.7. :1. - 2. - 3. - 4. 3.5. 3.5.1. : ), ) 3.5.2. : ), , ), 3.5.3. :), 3.5.4. 3.5.5. -, -, )     : 3.6. 1. 2. :

3. : 4. : - -

3. , 3.7. 3.7.1. : , ) , , , - - - -). , - - - ) -; ; ,




Cuadro de texto: The masculine functions as the negative term in the opposition, i.e. when the gender is not defined, the masculine is used. This is a grammatical utility, one that is only relevant for concordance, and which has to do with the evolution of the language and its inflection.
The earliest PIE had probably no distinction of gender; when the inanimate appeared, it was marked by a different inflection, and the animates remained as the negative term in the opposition. After that, probably at the same time as the thematic declension (in -e/o) appeared, the feminine was differentiated from the remaining animates, with marks like the different stem vowel (usually -a) or vowel length (as -ī, -ū). Therefore, the feminine is the positive term of the opposition within the animates, because when we use it we reduce the spectrum of the animates to the feminine, while the masculine still serves as the negative (non-differentiated) term for both, the general and the animates, when used in this sense, i.e. when not differentiating the masculine from the other genders.